In coach- en therapieland waarin wordt samengewerkt met dieren, is spiegelen met paarden of honden vandaag de dag trendy en hip. Inmiddels is het een veelgehoord en veelgebruikt begrip dat suggereert dat dieren in staat zouden zijn om precies datgene te laten zien of weer te geven wat er bij jou speelt. Maar wat is dat eigenlijk, spiegelen? En doen dieren dat ook werkelijk? Naar mijn mening zit het toch wat complexer in elkaar dan zo op het eerste gezicht lijkt en dienen mensen (lees: hulpverleners) voorzichtig en zorgvuldig om te gaan met het rechtstreeks duiden of “vertalen” van dierlijk gedrag in een coach- of therapieproces van een cliënt.
​
Spiegelen is een vorm van –vaak- nonverbale communicatie, waarbij gedrag, houding, intentie van de één als een spiegel worden weergegeven door de ander. Denk aan samen in de pas lopen, tegelijkertijd naar elkaar knikken of dezelfde lichaamshouding aannemen als je samen heel betrokken in een gesprek zit. Spiegelen betekent eigenlijk de houding en bewegingen van iemand anders overnemen. Vaak is dit gedrag onbewust, maar het kan ook bewust worden ingezet, waarbij het dan over het algemeen als onecht of irritant wordt ervaren. Mensen kunnen spiegelen ook op verbale wijze inzetten. Deze gespreks- en interview vaardigheden hebben dan tot doel om de mogelijkheid te bieden om dat wat de ander zegt ook werkelijk binnen te laten komen en te horen. Door het terug te verwoorden wat de ander zegt, hoort de ander letterlijk wat er bij jouzelf binnengekomen is.
​
Dieren zijn specialist in lichaamstaal, non verbale taal. Immers, zij kunnen niet anders dan op deze manier communiceren. In onze Westerse wereld gebruiken en laten mensen zich vooral leiden door verbale taal. Echter, onderzoek heeft uitgewezen dat meer als 80% van onze menselijke communicatie bestaat uit lichaamstaal. Het is dus die taal die voor een groot gedeelte de brug vormt waarop mensen en dieren elkaar kunnen ontmoeten. Neem daarbij recente wetenschappelijke onderzoeksbevindingen op neuropsychologisch en neurobiologisch gebied, waarbij is aangetoond dat meerdere (hoogontwikkelde, gewervelde) diersoorten een rijker en complexer emotioneel leven hebben dan eerst gedacht en dat zij daarbij ook nog spiegelneuronen hebben, dus over empathisch vermogen beschikken en zie daar: het is best een stevige brug waarop mensen en dieren elkaar kunnen ontmoeten op een wezenlijk, diep innerlijk niveau.
​
De basis in het samenwerken van mensen met dieren (en andersom) in dierondersteunende interventies is de interactie, de verbinding die mensen en dieren met elkaar aangaan. Wanneer je nieuwsgierig bent naar de ander en die ander wilt leert kennen zoom je open en aandachtig op die ander in. Je volgt die ander en je past je als het ware aan aan de letterlijke en figuurlijke beweging van die ander. Je neemt zijn bewegingsritme over en bootst die ook op andere manieren in jezelf na. En als we naar andere mensen luisteren, praten we ze na zonder de woorden echt uit te spreken. Op apparatuur die spierspanning meet (EMG), kun je zelfs zien dat de spieren die zijn betrokken bij het spreken, enigszins worden geactiveerd. Als je je intens betrokken voelt bij een ander wordt het spiegelen sterker, denk hierbij bijvoorbeeld aan een ouder-kind relatie. Daarnaast zijn vooral emoties en toestanden als slaperigheid en opwinding besmettelijk. Kennelijk beïnvloeden andermans gelaatsuitdrukkingen, ademhaling, stemklank, spreek- en bewegingstempo, en algemene spierspanning je meer dan je beseft.
​
Oké, mensen en (sommige hoogontwikkelde) dieren kunnen dus letterlijk en figuurlijk spiegelen en mee-voelen, mee-ervaren en mee-beleven, wanneer beiden in een werkelijke interactie, in een verbinding met elkaar zijn. Echter, er gebeurt meer; in een interactie ontmoeten twee verschillende wezens met een eigen begrensde individualiteit elkaar. In die relatie, in die verbinding krijg je namelijk nog meer behalve gedeelde emoties en ervaringen. Je ontvangt ook een reactie of feedback van die ander. In de spiegel van de ander kun je namelijk jezelf vinden of hervinden of uitvinden of hoe je het ook wilt noemen. In een goede relatie voel je jezelf ook bevestigd door de ander. Wanneer je de ander namelijk niet echt tegenkomt in de relatie is er weinig of niets.
​
De mythe van Narcissus
Narcissus, een hele knappe jongeman, kwam op een dag aan bij een heilige vijver, waarvan het water kristalhelder was. Moe van het jagen besloot Narcissus om daar even tot rust te komen en zijn dorst te lessen met het water. Toen hij zich voorover boog zag hij zijn weerspiegeling in het wateroppervlak, maar hij dacht dat het een mooie geest was die in de vijver leefde. Zo bleef hij daar zitten, in bewondering starend naar deze verschijning. Hij werd verliefd op zichzelf. Hij bracht zijn lippen naar het water in een poging om de verschijning te kussen, hij stak zijn armen uit om het beeld te omhelzen. Het beeld vluchtte weg maar kwam terug toen het water weer kalm was en trok opnieuw zijn aandacht. Hij kon zichzelf er niet meer toe brengen om van het water weg te kijken, hij dacht niet meer aan eten en drinken, of aan rust. Hij probeerde ermee te spreken, maar kreeg geen antwoord. Hij begon te huilen maar zijn tranen verstoorden het beeld, waarop hij begon te schreeuwen en vroeg of de verschijning wilde stoppen met hem steeds te verlaten. Zo ging het een hele tijd verder, en Narcissus takelde af. Hij verloor zijn kleur, zijn levenskracht en zijn schoonheid. Uiteindelijk kwijnde Narcissus helemaal weg en stierf. Het enige wat van hem overbleef was een bloem geel van binnen, en omringd met witte blaadjes, die nu nog steeds herinnert aan Narcissus.
Deze mythe van de oude Grieken illustreert heel mooi de kern waar het om gaat: enkel jezelf gezien hebben volstaat niet, er dient iets toegevoegd te worden: feedback, reactie, en zo mogelijk een perspectief. In een coaching of therapie waarbij de hond co-coach is, is dat volgens mij wat mensen krijgen van het dier: een gevoelde reactie/feedback op hun gedrag of hun “zijn”. Honden laten niet een weerkaatsing als van een spiegel zien, maar geven een reactie, een directe feedback aan de mens. En het mooie en bijzondere is dat die feedback wordt gevoeld en ervaren als niet ver- of beoordelend. Het is zoals het is. En dat raakt! Je wordt affectief bevestigd in je “zijn” als mens. De spiegel kan dan namelijk, behalve (h)erkenning, koers en richting geven. Ik zou willen stellen dat een dier niet spiegelt, maar bevestigt en reactie/feedback geeft. Een dier is geen spiegel!
​
In mijn werk, als therapeut en coach maar ook als docent, heb ik mensen begeleid zowel met paarden als honden. Veel mensen heb ik gezien, maar even zoveel honden en paarden. En allemaal zijn ze uniek. En allemaal reageren ze op hun soorteigen manier en op een manier zoals bij hun persoonlijkheid past, bij hun eigen “zijnswijze”. Iedere interactie is uniek. Wanneer ik dat vertaal naar het werk (AAI) zou je kunnen zeggen dat elke hond feedback geeft op zijn eigen wijze, passend bij zijn eigenheid. Geen enkele feedback ziet er dus hetzelfde uit. En het is niet aan de hulpverlener om gedrag van het dier te duiden aan de cliënt. Dat is niet professioneel en in het ergste geval zelfs flauwekul. Een gekwalificeerde coach of therapeut laat de verantwoordelijkheid voor het proces daar waar hij hoort: bij de hulpverlener en bij de cliënt. Het is aan de cliënt zelf om eventueel bij zichzelf naar binnen te kijken en te voelen wat feedback met hem doet. De hond of paard als co-coach kan voor een cliënt een prachtig “middel” zijn om door het ervaren, te voelen bij zichzelf en daardoor wie weet tot inzicht te komen. Maar een waarzegger is hij zeker niet!
​
Is een hond of paard een spiegel? Nee, dus. In dit jonge vakgebied van animal assisted interventions, past ook ons ook nog wel enige bescheidenheid. Er is nog zoveel dat wij niet weten. Laten we vooral nieuwsgierig blijven en ons blijven verwonderen. En laat de dieren ook vooral de dieren zijn, met respect voor hun eigen waardigheid, behoeften en wensen. Met respect voor hun “zijn”.
​
Desiree van Veldhuizen, Klinisch en orthopedagoge, haptonome , coach/trainer